Elk moment een ontweken kogel. Elk moment een gemiste kans. Daarover gaan de negen meesterlijke korte verhalen in De pier stort in van Mark Haddon.
Bunny is een wrede naam voor een man van 190 kilo. Zijn huis geraakt hij niet meer uit, aan zijn dominante moeder, die zijn leven wil redden met sperzieboontjes, zit hij eveneens vast. Nergens hoort hij bij, zijn enige bezigheid zijn militaire schaalmodellen. Tot Leah zijn leven binnenwandelt en een einde maakt aan zijn lijden. Al gebeurt dat op zeer dubbelzinnige wijze.
Wreedheid versus goedheid, eenzaamheid versus hunkeren naar de ander, de outsider versus de gemeenschap en leven versus dood zijn de fundamenten van de negen, beklijvende korte verhalen in De pier stort in, waarvan 'Bunny' een van de hoogtepunten is. Nergens zijn die tegenstellingen eenduidig, altijd vloeien ze in elkaar over.
Vooral de dood ligt overal op de loer. Mark Haddon, de Engelse bestsellerauteur van het terecht bejubelde Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht, laat zijn personages aan de lopende band de pijp uitgaan. Vredig komen ze …Read more
Bunny is een wrede naam voor een man van 190 kilo. Zijn huis geraakt hij niet meer uit, aan zijn dominante moeder, die zijn leven wil redden met sperzieboontjes, zit hij eveneens vast. Nergens hoort hij bij, zijn enige bezigheid zijn militaire schaalmodellen. Tot Leah zijn leven binnenwandelt en een einde maakt aan zijn lijden. Al gebeurt dat op zeer dubbelzinnige wijze.
Wreedheid versus goedheid, eenzaamheid versus hunkeren naar de ander, de outsider versus de gemeenschap en leven versus dood zijn de fundamenten van de negen, beklijvende korte verhalen in De pier stort in, waarvan 'Bunny' een van de hoogtepunten is. Nergens zijn die tegenstellingen eenduidig, altijd vloeien ze in elkaar over.
Vooral de dood ligt overal op de loer. Mark Haddon, de Engelse bestsellerauteur van het terecht bejubelde Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht, laat zijn personages aan de lopende band de pijp uitgaan. Vredig komen ze niet aan hun einde. Geregeld ontpopt de schrijver zich tot een oudtestamentische of Griekse god, die straft, slaat en foltert.
Daarbij houdt hij de regie strak in handen. Haddons proza is een precisiebombardement, zijn afstandelijke, soms journalistieke pen draagt ertoe bij dat al die miserie, dood en gruwel niet zwaar op de hand worden. Dat zijn geest hoogst origineel kronkelt en dat hij een verhaal van diepmenselijke complexiteit feilloos in de vingers heeft, bewees Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht al. Veel verhalen in De pier stort in zijn nog straffer.
Heer Gawein, anno nu
'Wildeman', met z'n bijna 70 pagina's meer novelle dan verhaal, steekt er met kop en schouders bovenuit. Het is een eenentwintigste-eeuwse versie van de middeleeuwse ridderroman Heer Gawein en de groene ridder, maar dan gruwelijker. Met Kerstmis komt een middenklassefamilie samen en krijgt het bezoek van een vreemdeling, die een wapen in hun midden legt. Zoon Gavin, onuitstaanbaar succesvol en irritant zelfingenomen, schiet de vreemdeling neer, waarna die doodleuk weer opstaat en zegt over een jaar terug te komen om de rekening te vereffenen. Voor Gavin, wiens onderbewustzijn komt aankloppen, begint het verval. Vergeleken met zijn helletocht kwam de Bijbelse Job er nog zo slecht niet vanaf. Op het einde van het verhaal is de cirkel rond en blijf je zowel verweesd als verwonderd achter. Waarom er gebeurt wat er gebeurt, weet je niet. 'De dingen overkwamen je', schrijft Haddon in een ander verhaal. 'Tijd is alleen maar barsten en vertakkingen. (...) Elk moment een ontweken kogel, elk moment een gemiste kans.' Het hangt er maar van af hoe je het bekijkt.
Alles komt terug
De vreemdeling die verrijst in 'Wildeman' is het extreemste voorbeeld, maar ook in andere verhalen betekent de dood niet het einde. Wat verdwenen is, leeft voort in herinneringen - 'Ze/hij herinnert zich' keert in het boek als een mantra terug - en ook dierbare overledenen zijn nooit echt weg. Doden en levenden vloeien in elkaar over in visioenen en dromen; wat werkelijk is, wat feit en wat fictie is niet altijd duidelijk.
Het verleden is nooit dood, zei de Amerikaanse schrijver William Faulkner, en ook Haddon lijkt dat te geloven. Niet alleen bedient de schrijver zich met het middeleeuwse Heer Gawein van het literaire verleden, hij herwerkt in het ijzingwekkende 'Het eiland' ook het Griekse mythologische verhaal van Ariadne. Elders refereert hij aan de sprookjes van Grimm, een speeltuin van gruwelijkheden. 'De pier stort in', het openings- en titelverhaal, zou vrijelijk gebaseerd kunnen zijn op de instorting van de Clevedon Pier in 1970. En ook in de verhalen onderling keren namen, geuren (overal stinkt het naar ammoniak) en details terug.
'En de laatste paar minuten zullen afschuwelijk zijn', schrijft Haddon, 'maar dat geeft niet, echt niet, want er gaat niets verloren en de rivier zal blijven stromen en er zullen paardenbloemen zijn in het voorjaar en de buizerd zal nog altijd boven het braakland cirkelen.' De dood is even ingrijpend en verpletterend als ze onontkoombaar en vanzelfsprekend is. Het einde of een nieuw begin, het hangt er maar van af hoe je het bekijkt.
Vertaald door Harry Pallemans, Atlas Contact, 336 blz., 24,99 € (e-boek 14,99 €).
De auteur: bejubeld en bekroond voor 'Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht'
Het boek: korte verhalen over veel dood en ook een beetje leven
ONS OORDEEL: nu al toptienmateriaal in de eindejaarslijstjes van beste boeken.
Hide text