Theo Olthuis’ dichtbundel Hoera, ik ben weer wakker geeft aan dat deze oude rot in het vak nog lang niet aan stoppen denkt. Met meer dan veertien gedichtenbundels voor kinderen is Olthuis niet meer weg te denken uit de kinderpoëzie. In 2007 verscheen In je hoofd kun je alles, een bloemlezing uit zijn kindergedichten sinds zijn debuut in 1984. Dat dit boek intussen al aan zijn vierde druk toe is, bewijst dat Olthuis bij menig lezers een gevoelige snaar weet te raken. Ook al zijn een aantal gedichten meer dan 25 jaar oud, door hun herkenbaarheid en universele karakter spreken ze kinderen van nu nog steeds aan.
Ook in Hoera, ik ben weer wakker komen dezelfde ingrediënten terug die Olthuis’ poëzie zo verteerbaar maken. De thema’s die de dichter behandelt zijn alledaags en gegrepen uit de leefwereld van kinderen: je onderbroek kwijt zijn, leren fluiten, op de wc zitten, verstoppertje spelen, naar de supermarkt gaan. Naast deze luchtige onderwerpen probeert Olthuis…
Lees verder
Theo Olthuis’ dichtbundel Hoera, ik ben weer wakker geeft aan dat deze oude rot in het vak nog lang niet aan stoppen denkt. Met meer dan veertien gedichtenbundels voor kinderen is Olthuis niet meer weg te denken uit de kinderpoëzie. In 2007 verscheen In je hoofd kun je alles, een bloemlezing uit zijn kindergedichten sinds zijn debuut in 1984. Dat dit boek intussen al aan zijn vierde druk toe is, bewijst dat Olthuis bij menig lezers een gevoelige snaar weet te raken. Ook al zijn een aantal gedichten meer dan 25 jaar oud, door hun herkenbaarheid en universele karakter spreken ze kinderen van nu nog steeds aan.
Ook in Hoera, ik ben weer wakker komen dezelfde ingrediënten terug die Olthuis’ poëzie zo verteerbaar maken. De thema’s die de dichter behandelt zijn alledaags en gegrepen uit de leefwereld van kinderen: je onderbroek kwijt zijn, leren fluiten, op de wc zitten, verstoppertje spelen, naar de supermarkt gaan. Naast deze luchtige onderwerpen probeert Olthuis ook de gevoelswereld van kinderen in woorden te vatten met gedichten over heimwee, jaloezie of gemis.
Vormelijk volgen de meeste gedichten hetzelfde patroon. De verzen zijn kort. Er zijn meestal hooguit twee woorden die op elkaar rijmen, waarvan, in de meeste gedichten, het laatste woord. Dit geeft de idee van een afgerond geheel. ‘Het is wel even wennen: / papa en mama / zijn niet meer bij elkaar - / En waar ik nu ben? / Ik stap / net weer op de fiets; / op weg / van hier naar daar’. Naast rijm speelt Olthuis ook met taal door woorden in een nieuwe context te plaatsen, zoals in het gedicht ‘snottebui’: ‘ik wou / dat het weer droog werd. / Al lang genoeg geduurd / die snottebui! /’ In ‘Pootjes’ wordt de uitdrukking ‘op z’n pootjes terecht komen’ in letterlijke en figuurlijke betekenis gebruikt: ‘Met één vinger / komt alles weer / op z’n pootjes terecht. / En torretje / kan weer verder.’ Toch blijft het taalspel in Hoera, ik ben weer wakker vrij beperkt aanwezig. Het verhalende aspect en emotionele herkenbaarheid primeren in deze gedichten, waardoor talige creativiteit en metrum eerder op de tweede plaats staan. De bundel biedt kabbelende, rustige kinderpoëzie binnen de lijntjes, met af en toe een verrassende pointe.
Charlotte Dematons maakte eenvoudige, sfeervolle pentekeningen in zwart en wit. Hier en daar zijn er leuke details, zoals bij het gedicht ‘onder mijn bed’, waar ‘ik’ bang is voor spoken en monsters onder het bed. ‘Maar wat ZIE je dan? / […] Reuzenpadden, pissebedden, schorpioenen? / Nee, alleen mijn eigen schoenen.’ Hier tekent Dematons de schoenen onder het bed, waarbij je aan de zijkanten van het bed de monsters ziet gluren. Dergelijke details zijn echter eerder uitzonderlijk. De meeste illustraties volgen braaf de inhoud van de gedichten.
In Hoera, ik ben weer wakker biedt Theo Olthuis toegankelijke kinderpoëzie. Grote verrassingen vind je er niet in terug. Voor heel wat kinderen die niet erg vertrouwd zijn met poëzie en trouwe fans, zijn de gedichten erg genietbaar. Voor andere, ervarener lezers, mag Olthuis misschien nog iets vroeger opstaan. [Brenda Froyen]
Verberg tekst